Tijdens de 13e eeuw groeit het Mongoolse Rijk uit tot het op één na grootste imperium dat de wereld ooit heeft gekend. Burunda Khan, een machtige Mongoolse generaal, leidt zijn legers naar het westen op zoek naar nieuwe landen om te veroveren. Zakhar Berkut en zijn vrouw Rada leven in een klein dorp dat vecht voor hun vrijheid in het grenslandschap van de Karpaten.