Een onlangs weduwe geworden en berooide jonge moeder doet een beroep op haar rijke en harteloze schoonvader voor financiële hulp. In plaats daarvan overtuigt hij haar om haar nieuwe baby aan zijn zorg over te dragen, zodat het kind zal worden opgevoed met 'alles wat met geld te koop is'. Zonder dat de grootvader het weet, vernemen we dat er tweelingzonen zijn en dat onze heldin één baby houdt om zichzelf groot te brengen. Het verhaal springt vooruit naar de eenentwintigste verjaardag van de jongen en we zien wat er van hen is geworden. Het is niet verrassend dat de rijke zoon verwend en hebzuchtig is opgegroeid, terwijl de arme hard werkt en van zijn moeder houdt.