Pepe heeft het psychiatrisch ziekenhuis verlaten nadat hij een gevangenisstraf had uitgezeten wegens stelen om te kunnen werken. Alleen de solidariteit van Antonio, een gehandicapte activist, stelt hem in staat een kwetsbaar leven op te bouwen waarop hij zijn zwakke hoop kan projecteren. Niettemin wordt zijn behoefte om in een zinloze wereld te passen een wanhopig karwei. De horizon van zijn langverwachte 'normaliteit' blijkt onbereikbaar. De relatie met Antonio weerspiegelt zijn kijk op het leven en nodigt hem uit zichzelf als een anomalie te erkennen en een nieuwe waanzin uit te vinden om in te leven.