C'est beau la vie quand on y pense
Loïc Le Tallec was in zijn jonge jaren autocoureur. Nu hij zestig is komt hij aan de kost door auto's te verkopen. Hij heeft zich nooit echt veel van zijn zoon aangetrokken. Wanneer deze laatste omkomt in een verkeersongeval, zit Loïc diep in de put. Het blijkt dat hij zijn hart geschonken heeft voor een transplantatie. Loïc heeft maar één doel voor ogen: de persoon terugvinden die nu leeft met het hart van zijn zoon. Hij ontdekt dat het Hugo is, een jongeman die door dat nieuw hart volstrekt onredelijk en oncontroleerbaar is geworden. Hun ontmoeting belooft explosief te worden.